Als ik de liefde niet heb – Eva van Esch

Het ging in de boekwinkel laatst behoorlijk lang over Michel Faber.

We bespraken zijn ‘Lelieblank Scharlakenrood’, die één van ons nog altijd in haar top-10 had staan. De klant die erover begon onthulde dat hij de film thuis had (nooit mooier dan het boek, zei hij er nog bij, dat kan niet) en wij, de boekverkoopsters van dienst, brulden nee, dat kan niet, en vochten om de eerste te zijn om hem te lenen.

De film. Niet de klant. Die was immers op leeftijd en hoe mooi zijn stem ook, het was niets voor ons, wij bruisende boekverkoopsters met een naar uitsloven riekende kennis van zaken. Want ook daarna nog riepen ze bij iedere genoemde titel, vanuit elke hoek van de winkel, in koor hoe mooi! hoe saai! hoe interessant! hoe teleurstellend! hoe al dan niet passend! in het oeuvre van desbetreffende dichter of socioloog… zij van Van Pampus. Ze hebben alles gelezen, over alles een mening, ze dansen de boeken de winkel uit.

‘Het lijkt hier wel een kroeg,’ verzuchtte mijn collega toen de winkel heel even leeg was, en ik zag in dat ze gelijk had: Leeszuchtige klanten aan de toog, roddels over en weer tussen buren die elkaar hier tegenkomen, gefluisterde adviezen over wat echt te lezen vandaag de dag – en op deze broeierige vrijdagmiddag woonden we zelfs een live Skype gesprek bij met een echtgenoot die al vooruitgereisd was naar Zweden, naar het huisje bij ‘hun meer’, en die als openingszin ‘Wat zit je haar apart’ door de volle winkel tetterde.

Ja, soms is de winkel net een kroeg. Zo’n bruine, van het uitstervende soort.

Maar daarom schrijf ik dit niet. Ik schrijf dit omdat Michel Faber, die van Lelieblank en die van de film, ook een fantastische verhalenbundel heeft geschreven: De Fahrenheit tweeling. Briljant in zijn thema’s en ontknopingen, in het weinige wat er gebeurt, in de exacte beschrijving van de psyche van schijnbaar middelmatige mensen.

Deze week las ik “Als ik de liefde niet heb”, en het deed me denken aan Michel Faber. Prettig korte verhalen met beginzinnen als ‘Nu heb ik er wéér eentje aan de haak geslagen die dood gaat.”  Of: “Mijn vriend is eigenlijk  meer iets voor mijn moeder. “ Elk verhaal is precies kort genoeg, en beschrijft meer een situatie dan dat het een verhaal vertelt. Eva van Esch heeft veel technieken om je te laten geloven in het gebruik van haar uitroeptekens. Ze schrijft even gemakkelijk vanuit het perspectief van een vader van een 16 jarige dochter als vanuit de jonge vrouw die een relatie met een ‘krasse knar’ heeft en van hem de taal overneemt.
‘Sodeju,’ roep ik.
En hij hijgt: ‘Hel en verdoemenis.’

Hel en verdoemenis. Alle verhalen goed.  Nu nog een fatsoenlijk omslag, dat verdient dit debuut, zei een recensente eerder al. En ze heeft gelijk, nondeju. Maar wat een verhalen! Chapeau!

Als ik de liefde niet heb – Eva van Esch
uitgeverij Atlas-Contact € 21,99

(recensie van Corine)