Een weeffout in onze sterren – J. Green

Hazel is een zestienjarige, die al lange tijd kanker heeft. Nadat haar moeder heeft vastgesteld dat ze depressief is moet ze elke week naar een praatgroep voor mensen met kanker, wat zij zelf ‘verschrikkelijk deprimerend’ noemt, maar met tegenzin gaat ze toch. Ze raakt bevriend met Isaac, die door de ziekte halfblind is geworden.  Op een dag neemt hij een vriend mee, de zeventienjarige Augustus Waters, die door kanker zijn been heeft moeten laten amputeren. 

Augustus is bang om na zijn dood vergeten te worden. Hazel vindt dat hij zich niet moet aanstellen. ‘Er komt een tijd dat we allemaal dood zijn. Wij allemaal. Er komt een tijd dat er niemand meer is om zich te herinneren dat er ooit iemand heeft bestaan of dat onze soort ooit iets heeft bereikt. Er zullen geen mensen meer zijn die zich Aristoteles of Cleopatra herinneren, laat staan jou. Alles wat we gedaan en gebouwd en geschreven en gedacht en ontdekt hebben zal vergeten zijn en dit allemaal, zal voor niks zijn geweest. Misschien komt die tijd snel, misschien pas over miljoenen jaren, maar zelfs al overleven we de ineenstorting van de zon, we zullen niet voor eeuwig blijven leven. Er was een tijd voordat organismen een bewustzijn hadden en er zal een tijd daarna zijn. En als je je zorgen maakt over het onvermijdelijke van de menselijke vergetelheid, zou ik je willen aanmoedigen dat te negeren. God weet dat verder iedereen dat doet’.

In meeste boeken over kanker draait het alleen maar om de ziekte. Over hoe zielig of hoe dapper de hoofdpersoon is. ‘Een weeffout in onze sterren’ is intelligent geschreven, met name doordat de hoofdpersonen heel tegendraads en eigenwijs zijn.
Mijn moeder moest er ook heel hard om huilen. 

 

Een weeffout in onze sterren – John Green
Uitgeverij Lemniscaat – € 16,95

(recensie van stagiaire Beeke van Wingaarden)