Kaddisj voor een kut – D. Verhulst

kaddisjIn de winkel heeft het boek ‘Kaddisj voor een kut’ tot interessante discussies geleid. Was dat tweede gedeelte nu nodig, of overbodig? Zie hier mijn mening:

Hoewel de kaddisj in feite een Aramese erebede is, wordt het in de volksmond gebruikt als gebed voor de overledenen. Ook Dimitri Verhulst heeft het woord in die context gebruikt toen hij zijn nieuwste boek de titel ‘Kaddisj voor een kut’ meegaf. De ‘Kut’ in dit boek heet Gianna, en ze woont, samen met de verteller van het boek, in een jeugdinstelling. Het is de buitenwereld -meer specifiek de bewaker in een winkelcentrum- die haar labelt als ‘Kut’. ‘Een ander label kreeg hij niet op haar hoofd geplakt’.

Gianna pleegt zelfmoord, het intrieste einde van een droevig bestaan. Voor Gianna in een jeugdinrichting terechtkwam, afgedankt, uitgewrongen, was zij misbruikt. Verhulst legt haar leven naast het zijne. Ook hij is opgegroeid in een instelling, en volgens de achterflap is ‘Kaddish voor een kut’ een autobiografisch relaas.

Het boek bestaat naast Gianna’s verhaal uit een tot stemmentekst bewerkt toneelstuk, ‘De aankomst in de bleke morgen’. Deze tekst is gebaseerd op een krantenartikel over twee ex-instellingskinderen die hun eigen kindjes vermoorden, om zo te voorkomen dat ze ook in een tehuis belanden. Met dit tweeluik lijkt Verhulst te reflecteren op zijn eigen jeugd. Daarom is het invoelbaar dat hij de teksten, met totaal verschillende stijlen, in een kaft wilde onderbrengen.

In tegenstelling tot zijn personages redt de verteller/ Verhulst het in dit leven. Maar wat een worsteling je staande te houden zonder de zekerheden waarmee kinderen uit ‘normale’ gezinnen opgroeien. Je moet jezelf constant bewijzen, je weet niet waar je grenzen liggen, je angst voor verlating, het stigma dat je een leven lang achtervolgt. Uit ‘Kaddisj voor een kut’ spreekt dan ook een intense woede jegens degenen die kinderen aan hun lot overlaten. Het eerste gedeelte is gefileerd proza, met magistrale zinnen en humor die wringt, het tweede gedeelte, de stemmentekst, slaat als een lap rauw vlees in je gezicht. “Geweldsporno”, noemde Arjan Fortuin het in het NRC, “effectbejag”. Ik geloof, met Verhulst, dat je instellingskinderen daarmee onrecht aandoet. In een weerwoord zegt hij: “Hun handelen wordt op die manier te hard weggezet. Voor geweldsporno in de literatuur moet je bij Bret Easton Ellis of Markies de Sade zijn, niet bij mij. Normaal zou ik gaan twijfelen bij zo’n recensie, maar nu niet. Mijn zelfkritiek is voldoende ontwikkeld om te weten dat ik blij mag zijn met dit boek.” Het leven is niet voor iedereen een aangename mallemolen, waarin je je rondje mag meedraaien. Wie aan de achterkant van de kermis geboren wordt, sjouwt met de balken. En, nee, dat is niet aangenaam. Dat is wat ik concludeer na de laatste pagina dit meer dan lezenswaardige boek

Kaddisj voor een kut – Dimitri Verhulst
uitg Atlas-Contact – € 17,99