Sommige boeken zijn zo origineel, zo anders dan alles wat er eerder was, dat een flaptekst maken voor een uitgever niet alleen een lastige opdracht, maar haast een zinloze exercitie is. Het boek openslaan en wat stukjes lezen helpt in dit geval ook niet: het ziet eruit als een toneeltekst en bestaat in zijn geheel uit citaten, referenties en gesprekjes – steeds met vermelding van wiewatzegt. Oef. Waar in elk geval geen misverstand over kan bestaan is dit: George Saunders won met dit boek de Man Booker Prize en dat is meer dan meer dan meer dan terecht.
En wel hierom.
Allereerst brengt Saunders je met zekere hand in het verhaal, of in één van de verhalen dan toch. We bevinden ons ergens vooraan in de Burgeroorlog, en de Amerikaanse bevolking begint zich te realiseren dat dit wel eens een langdurig, bloedig verhaal kan gaan worden. Waarna Saunders je loslaat in een kakafonie van stemmen: we blijken ons te bevinden in een vagevuur, een tussenzone (het ‘Bardo’) waar zij die gestorven zijn terecht komen op doorreis naar een nader te bepalen stadium. Wat ze gemeen hebben met elkaar, is dat ze geen van allen afscheid hebben kunnen nemen van hun wereld. Bovendien zijn ze ook nog eens vergeten dat ze dood zijn, en denken ze straks gewoon door te kunnen gaan met waar ze mee bezig waren. En daar, tussen allerlei maffe, kibbelende, grappige en intens verdrietige types, zit ook Willie, het zoontje van Abraham Lincoln, die op elfjarige leeftijd is overleden. Zijn vader komt hem opzoeken, en dat geeft uiteraard nogal wat opschudding, op het kerkhof.
Meer ga ik er niet over vertellen. Omdat het gelezen, ervaren moet om er iets van te kunnen meevoelen. Dit boek is hilarisch, pijnlijk, historisch, fantastisch en magisch tegelijk. En ook nog eens briljant vertaald. Steeds als ik voor het schrijven van dit stukje een pagina opsla, gaat er een rilling door me heen.
Oke? Oke.
(recensie door Corine)
Lincoln in the Bardo – George Saunders
uitgeverij De Geus – € 22.50