Dit bijzondere boek is een dagboek van Henk Winters, een ‘gewone’ homoseksuele jongen, geschreven in 1969 toen hij 23 was. Hij bericht over zijn dagelijkse leven, wonen en werken; hoe het voor hem is om homo te zijn; zijn interesse in muziek en de jeugdbeweging; zijn verlangens naar liefde en een relatie; zijn gebruik van hash, zijn verlangen naar vrijheid; het Amsterdam van de jaren ’60… En dit alles gelardeerd met korte en terloopse berichten uit zijn tijd: de maanlanding, een concert van Pink Floyd in Paradiso, de bezetting van het Maagdenhuis. Henk is een ‘gewone’ jongen, maar zijn eigenzinnige manier van denken en idealisme weerspiegelen heel mooi de toenmalige, ontluikende tijdgeest en jongerencultuur.
Dit alles ingeleid door Gerbrand Bakker.
Ik kan dit boek hartelijk aanbevelen.
tip van Maarten