Momentele lees ik in ‘De gelukzalige jaren van tucht‘ en in ‘Fabriek van klootzakken‘.
Beide heb ik nog niet uit, maar een enthousiaste reactie kan ik nu wel vast plaatsen.
Jaren van tucht speelt in een kostschool in het Zwitserse Appenzell, waar een meisje door de ramen naar buiten kijkt, in haar gevoel de wereld op grote afstand gade slaat, cq. gade moet slaan – het echte leven speelt zich buiten af, en tegen de tijd dat ze van de kostschool af mag, is het leven al voorbij, zo denkt ze.
Prachtig wordt beschreven hoe het meisje in haar puberteit hunkert naar lichamelijkheid, intimiteit, en hoe ze dat in haart omgeving proberen te realiseren.
Fabriek van klootzakken beschrijft het leven van een drietal Duitse mensen, twee broers en hun geadopteerde zusje. Opgroeiend in de jaren ’20 van de vorige eeuw maak je als als lezer mee hoe ze de donkere jaren ’30 ingaan, hoe ze daar wat van proberen te maken, en ehm.. ja dan komt de oorlog natuurlijk, maar daar ben ik nog niet.
Ook dit: geen kado-boek, gewoon zelf lezen!