J.M. Coetzee: De Pool

De taal van muziek is ondoorgrondelijk en niettemin veelzeggend; zo ook de personages in Coetzee’s nieuwste roman.

De Poolse pianist wiens naam zoveel w’s en z’s telt dat niemand in het comité hem zelfs maar probeert uit te spreken – vandaar ‘de Pool’ – wordt gevraagd Chopin te vertolken in Spanje. Zijn stijl verdient, ook al is hij wat al te intellectueel, alle lof.

De uitgenodigde maestro (70) wordt opgevangen en begeleid door  Beatriz (50). Hij wordt op slag verliefd op haar, serieus verliefd, maar haar ongecompliceerde leven zonder hartstocht bevalt haar veel te goed. Hij is onhandig en weet haar niet te verleiden; zij is nieuwsgierig en veeleisend.

Als ze jaren later bericht krijgt dat hij is overleden, ontdekt zij dat hij gedichten aan haar heeft opgedragen, net als Dante aan zijn onmogelijke liefde voor diens Beatrice. Pas dan lijkt onze Beatriz zich te realiseren wat ze heeft versmaad.  

Coetzee valt nadrukkelijk niet samen met ‘de Pool’, maar zijn typering van de musicus suggereert wel de nodige zelfkennis.

De Engelstalige editie, voor de liefhebbers, verschijnt in september.

recensie door Yvonne